Zojuist heeft de Rekenkamer Rotterdam haar bevindingen over de gang van zaken rondom het Wereldmuseum wereldkundig gemaakt. Al maanden heerst er politieke en verontwaardiging over de ontzamelvoorstellen van het Wereldmuseum, die zouden indruisen tegen de bestaande regelgeving. Eerder deze maand betitelde een ander onderzoek – uitgevoerd in opdracht van de gemeente – de beleidskeuzes van het Wereldmuseum als feitelijk ‘mislukt’. De Rekenkamer Rotterdam richtte haar pijlen op de (subsidie)relatie tussen het museum en de gemeente.
In het rekenkamerrapport krijgt de gemeente een flinke veeg uit de pan. Sinds de verzelfstandiging van het Wereldmuseum in 2006 heeft het Rotterdamse stadsbestuur onvoldoende ‘metatoezicht’ gehouden op de Raad van Toezicht. Indirect heeft de gemeente de functie van museum onvoldoende bewaakt. De zogenoemde ‘collectiebeheersovereenkomst’ tussen gemeente en museum, hét controleinstrument, werd in de praktijk niet of nauwelijks gebruikt. Een fikse subsidiekorting en de wens tot cultureel ondernemersschap hebben het Wereldmuseum in de loop der jaren in grote financiële moeilijkheden gebracht.
Binnenkort bijltjesdag, daar twijfelt niemand aan. Maar voor wie? Het Rekenkamerrapport heeft aangetoond dat de onrust rond het Wereldmuseum verweven zit in de verzelfstandiging van voorheen gemeentelijke instanties, stringente subsidiëring alsook een commerciële invulling van cultuur. Dit komt allemaal op het bordje van de gemeente.
UPDATE: Directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum legt zijn functie neer, meldt RTV Rijnmond.
The post Rekenkamer Rotterdam kraakt gemeentebeleid Wereldmuseum; directeur stapt op appeared first on Vers Beton.